DAAR BIJ DIE MOLEN 6

Vaak is één van de dierbaarste plekken in ons leven die waar we onze jeugd doorbrachten.
In mijn jeugd woonde ik op de Deldeneres, even buiten het stadje Delden, aan de weg naar
Almelo. Ons speelterrein werd omzoomd door akkers en weiden, in meerdere richtingen
hadden we wel een kilometer de ruimte. Dit was het grootste vrije veld bij de stad. Als er
voldoende wind was lieten we graag een vlieger op. Middenin dat prachtige weidse gebied
stond onze Lagere School, de Esschool. Allemaal Twickel, evenals ons huis. Maar het meest
opvallende gebouw op de Deldeneres stond tussen ons huis en de stad in, dat was de
eeuwenoude windkorenmolen Eschmolen. Als een pauw stond hij trots op het hoogste punt.
Omdat hij al tientallen jaren niet meer draaide en ook niet onderhouden werd, ging zijn toestand steeds verder achteruit. De foto is in de veertiger jaren genomen vanaf de watertoren door de heer R.J. Meijerink. Onderaan staat de schoorsteen van de elektriciteitscentrale van Twickel. Bovenaan zien we de Eschmolen aan de Almelosestraat. Deze straat liep verder naar Delden   als Molenstraat, links op de foto. Direct achter de molen liep de Molenweg (nu Muldersweg) naar de Langestraat. Op 50 meter afstand van de molen stond ons huis. We zagen elke dag wat er gebeurde in de omgeving. Ik waagde het niet om in de molen te klimmen, want als mijn vader dat zou horen volgde er een strenge straf. Jongens uit de stad klommen vaak in de molen, zij woonden verder weg, zodat hun ouders het niet zagen.

De molen had 2 grote toegangsdeuren aan de noordzijde en 2 aan de zuidzijde, zodat een boer met paard en wagen er doorheen kon rijden om graan te lossen en meel te laden zonder door de wieken geraakt te worden. De wieken waren bijna altijd naar het westen gericht want dat is de meest voorkomende windrichting. De noordelijke deuren waren goed te zien voor het verkeer dat over de Almelosestraat reed. Daarop werden grote reclamebiljetten geplakt voor o.a. sigaretten, shag en vloeipapier. Wij als buurjongen kregen een dubbeltje als we beloofden de biljetten niet te beschadigen en op te letten dat anderen dat ook niet deden.

Op de golvende Deldeneres groeide in de zomermaanden vooral rogge, het goudgele graan dat ook geroemd wordt in het Twents Volkslied.

We zullen nooit vergeten wat we hoorden op de vroege ochtend van elke Hemelvaartsdag in de vijftiger jaren. Er kwamen lange rijen fietsers over de Rijssenseweg (Riessenerdiek) en de Almelosestraat om te dauwtrappen. Zodra ze de molen zagen begonnen ze spontaan het bekende lied van Herman Emmink te zingen:  “Daar bij die molen, die mooie molen, daar woont een meisje, waar ik zo veel van hou. Daar bij die molen, die mooie molen, daar wil ik wonen, als zij eens wordt mijn vrouw”.

Veel Deldenaren hopen dat dit lied weer zal klinken als de nieuwe molen er staat. Een prachtige Eschmolen met veel inspirerende activiteiten voor de inwoners van de gemeente, voor ouderen, jongeren, schoolklassen, mensen met een beperking en uiteraard voor de vele toeristen. Zie www.eschmolendelden.nl  U kunt zich daar opgeven als Vriend van de molen als steun en waardering voor dit plan. Wie ook herinneringen heeft aan deze molen kan zich melden bij Derk Rouwhorst, de schrijver van dit artikel, tevens bestuurslid van de Stichting Eschmolen Delden, telefoon 074-376 3600. Wordt vervolgd.